Als je de rijbaan binnenkomt, kijk je eerst of de toegang vrij is. Vervolgens zeg je met duidelijke stem “Deur vrij!” Zo weten de andere ruiters in de baan dat je eraan komt en houden zij de deur vrij.
Als iedereen in dezelfde gang rijdt (stap, draf of galop), buig je af als je de ruiter voor je nadert.
Als je linksom rijdt in draf, terwijl anderen galopperen, moeten de ruiters die galopperen afwijken als ze jou naderen. De galopperende paarden buigen naar links van je af.
Als je rechtsom rijdt in draf, terwijl anderen galopperen, rijd je op de binnenhoefslag, zodat de ruiters in galop jou links op de hoefslag voorbij kunnen gaan.
Als je stapt terwijl andere ruiters draven of galopperen, stap je op de tweede binnenhoefslag, zodat de anderen ook nog ruimte hebben om af te wenden.
Tijdens vrijrijden in een drukke rijbaan, is het handig om tegelijkertijd van hand te veranderen. Zo rijd je elkaar niet voor de voeten en houden we het veilig voor de paarden en de ruiters.
Als je elkaar tegenkomt bij het veranderen van hand, moet je elkaar de linkerhand kunnen geven.
Bij vrijrijden verlaat je de rijbaan pas als je de mest hebt opgeruimd.
